Star

 

Oja, een mondkapje, bijna vergeten! Dat moet toch echt in een taxibusje.

 

Als ik had geweten dat ‘De Strenge’ mijn chauffeuse zou worden had ik dit natuurlijk nooit vergeten. Sterker, dan had ik al zeker een half uur lang, een mondkapje dragend, mijn bril laten beslaan. Zojuist werd ik gebeld door een vrouw die over vijf minuten mijn chauffeuse zou worden. Of ik mij dus klaar zou willen maken. Het zou anders lopen.

Dertig minuten daarvoor heeft een ADL’er mij al geprepareerd. Dus jas aan en urinezak legen, maar dat mondkapje kan ik dus maar niet in mijn systeem krijgen. Omdat ik met een mondkapje niet goed mijn rolstoel kan besturen, laat ik het beschermende lapje op het allerlaatste moment op het werkblad van mijn rolstoel leggen. De medewerkster vraagt of ze mee moet gaan om mij beneden te helpen. ‘Nee hoor, dat vraag ik wel aan de chauffeur. Niet geheel coronaproof, maar meestal doet men daar niet moeilijk over.’ Op die ene na!

 

Beneden zie ik door de ramen haar al staan en weet ik hoe laat het is. Terwijl ik naar buiten rij is ze bezig om de lift van de bus te laten zakken. Maar met nog tien centimeter te gaan stopt ze daarmee en vraagt mij of ik een mondkapje bij mij heb. ‘Jazeker, maar wil jij deze even bij mij opdoen? Zelf lukt mij dat niet.’ Haar antwoord komt hard aan: ’Nee, dat doe ik niet, dat mag ook niet.’ Van verbazing kan ik weinig anders uitbrengen dan: ‘Nou, dan ga ik maar weer naar boven om daarvoor assistentie aan te vragen.’

 

Terug op de eerste verdieping, rijdend naar mijn voordeur, zie ik De Strenge mij nastaren. Zou ze blijven wachten? Binnen hoor ik via de intercom dat dezelfde ADL’er als zojuist eraan zal komen. Op de galerij wacht ik haar op en binnen een minuut zie ik haar verschijnen. Onderwijl staat de taxi nog steeds beneden te wachten. De Strenge moet hebben gezien dat hulp aanstaande is. Nogal flink geïrriteerd roep ik dat als ze graag weg wil gaan, dit zeker niet moet laten. Misschien had ik dat niet moeten zeggen, want spontaan maakt De Strenge aanstalten om te vertrekken. Beneden aangekomen, met de ADL’er achter mij aanlopend, is het taxibusje nergens meer te bekennen. Ik baal, want graag zou ik naar die ene afspraak in het ziekenhuis gaan. De ADL’er is furieus: ’Belachelijk, asociaal, schande.’ Als ik bel voor een nieuwe taxi en ongenuanceerd mijn ongenoegen uit, mentaal ondersteund door de ADL’er, krijg ik totaal geen begrip te horen. Even later moet de ADL’er naar een volgende cliënt. Ze is nog steeds ontdaan. Ik ook!

 

Dezelfde taxi komt een half uur later mij ophalen. Noch De Strenge noch ik kan vriendelijk doen. De Strenge zegt dat ze mij nu wel meeneemt, maar een volgende keer moet ik een ander, veilig mondkapje op hebben. Voor alle duidelijkheid, natuurlijk besef ik dat de De Strenge officieel in haar recht staat. Het staat immers op de website van het taxibedrijf. Maar waarom zo star? Een paar weken geleden weigerde diezelfde starre Strenge mij aanvankelijk ook al om mee te nemen na een week ziekenhuisopname.