Door: Loes Bomer

 

Aangestaard

Zo, daar zit ik dan een week na de grote verhuizing van mijn appartement twee hoog in ongeveer centrum Den Bosch naar een grandioos appartement op de begane grond in een rustige wijk in Doetinchem. De meeste vragen zich dan direct een heleboel dingen af. Zoals: mis je Den Bosch niet? Ken je hier dan al iemand? Goh, je zal wel terug willen als het kan dan hè? Is het niet heel erg wennen in een andere stad?

 

Op al die vragen kan ik volmondig nee zeggen. Ik ben van binnen een buitenmeisje, zo een die vroeger de hele dag in de wei zat met haar neus in een paardenstaart, kop in de zon een beetje bloemetjes te plukken. En nu heb ik in plaats van een balkonnetje van anderhalve vierkante meter een tuin van twaalf bij veertien meter. En laten we dan niet het allerbelangrijkste vergeten: ik woon vanaf nu in een Fokuswoning!

Vanaf hier is het leven voor mij een stuk aangenamer geworden. Mijn vrienden wonen toch al overal en nergens in het land, mijn familie overigens ook en mijn wederhelft en ik woonden al niet samen. Hij is vooral heel gelukkig dat hij niet meer on-call hoeft te staan met angst voor wat zijn partner nu weer heeft uitgevreten waardoor ze hulp nodig heeft. Denk aan glazen op de vloer gooien omdat je grip verliest. Je ontbijt met bord en al tegen het raam aan slaan en ondertussen een soort regenboog van hagelslag door je woonkamer maken, omdat het bord dichterbij stond dan gedacht. Vooruit willen lopen terwijl je linkerbeen zegt: “Nou nee; ik ga liever opzij”. En vervolgens met macht 10 tegen de deurpost aan klappen (of de vloer …). En je weet wel… van die stupide onhandigheden die je er gratis bij krijgt als je hEDS en ADHD hebt.

 

Dus mijn partner, mijn familie, mijn vrienden en ik keken al maanden, zo niet jaren, uit naar het moment waarop ik de hulp kreeg die ik nodig had. Hulp op afroep, 24 uur per dag wanneer ik het nodig heb. Bij alledaagse handelingen zoals douchen maar ook bij de geweldige momenten waarop er een pannenkoek aan het plafond plakt. Voor wie het zich af vraagt: ja, bijna al mijn servies is van plastic. En toen, na die eerste week, zat ik daar alleen op de bank. Iedereen na een zware maar enerverende verhuisweek weer naar huis en terug aan het werk. Behalve dan het gezelschap van mijn assistentiehond Faye, ‘huishond’ Evi en Poes de poes (ja een enorm unieke naam, ik geef het toe). Geen bekende die even snel naar me toe kon komen om me te redden. De ADL’ers en managers hebben me in de tussentijd op het hart gedrukt gewoon te bellen, echt, gewoon doen! Daar zijn ze voor.

 

Een grote bruinbeige kast, een beetje gelijkend aan zo’n autotelefoon uit de jaren 80, ligt op tafel. Het ding staart me aan en ik staar al minutenlang terug. We zitten beiden in een soort patstelling want geen van ons beide gaat bewegen, makkelijker nog: ik ben aan zet en de enige die aan zet kán. Die ene knop induwen waarmee je een ADL’er belt. Een vreemd persoon die vrolijk lachend binnen gaat komen en dan gaat zeggen “waar kan ik je mee helpen?”. Ik heb er twee jaar inschrijftijd bij Fokus naar uitgekeken. Gedroomd over hoe het zou zijn en vele malen hard gelachen met mijn naasten op momenten dat ik riep “Ja, hier zou ik voor bellen hoor!” tot die hele zin was afgekort tot een gebaar van een telefoon vasthouden, denkbeeldig een knopje induwen en je denkbeeldige telefoon naar je oor brengen.

 

En nu? Nu wil ik graag douchen en ik staar nog maar even heel hard terug naar die intercom. Deze stoere ex-brabo die volgens velen toch echt niet op d’r mondje is gevallen, vindt het stiekem maar bar lastig om dat ding op te pakken en te bellen.

 

Over deze avonturen ga ik af en toe schrijven. Ik heb vriendinnen binnen Fokus die het probleem herkennen. Het gedachtengoed van Fokus is uniek én geweldig voor mensen als ik. Maar er is nog maar weinig informatie die je kan voorbereiden op de wervelwind van het “cliënt-bij-Fokus-zijn” en alle gedachtes, twijfels en vragen die er in je op komen. Ik neem jullie graag mee in deze wereld, wie weet help ik er nog een paar groentjes mee die net als ik nu hard aan het oefenen zijn met oproepen.