Door: René Claessens (ADL-assistent)

 

Gewoon bijzonder, bijzonder gewoon

 

Afgelopen weekend had ik het weer, ongewild het middelpunt zijn. Verkeerde aandacht, vele priemende ogen die je bespieden. Ik zat in een volle zaal te luisteren naar een toespraak. Uit mijn ooghoek zag ik drie stoelen verderop een mijnheer opstaan en richting het gangpad bewegen. Ik zat met mijn benen over elkaar, dus ik liet mijn rechter been zakken om de man te laten passeren. Maar natuurlijk net te vroeg. Mijnheer bleef hangen. Ik probeerde hem op te vangen. Pats, mijnheer lag languit op het gangpad. Heel gênant!

 

Ken je dat? Doe je iets stoms, staat iedereen je zo aan te staren. En de (voor)oordelen kun je raden. Dat gevoel moeten mensen in een rolstoel continue hebben, denk ik wel eens. Dat ongegeneerde aanstaren door anderen als je over straat gaat. In de wachtkamer zit. Zonder met jou praat. Alsof je dan ook meteen je hersenen kwijt bent. Ja, iemand met een lichamelijke beperking is bijzonder. Maar wel zoals ieder ander individu een bijzonder, speciaal mens is. Het zijn echte mensen die prima kunnen denken, kunnen praten en zelf kunnen aangeven wat ze willen of verwachten. Ze zijn dus gewoon. Met hun charmes, humor en in hun wens voor een fijn leven. Dat ervaar ik steeds weer als ik aan het werk ben als zorgverlener (ADL-assistent in Fokus-termen).

 

Cliënten vertellen met welke shampoo ze willen douchen en ik was hun haren. Ze beslissen wat ze voor hun ontbijt willen en ik maak twee boterhammen met kaas. Ze vragen hoe het met mijn kinderen gaat en ik vertel trots dat de oudste tweede is geworden bij een tennistoernooi.

 

Ik ben blij dat ik er deel van ben, deel van 15 gewone levens. Mensen in een rolstoel hebben alleen ondersteuning nodig bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) als wassen, aankleden en eten. Best gewoon dus, van die bijzonder gewone mensen.